Exact een jaar geleden publiceerde het Parool het onderstaande opinie stuk van Walther Pool van Amstel. Het artikel is nu actueler dan ooit. De gemeente wil steeds verder groeien, steeds meer toeristen, maar de weerstand onder de bewoners groeit. Hoe moet dat verder?
‘De grenzen van wat de binnenstad kan absorberen, zijn bereikt’
De sigarenwinkel is de zoveelste souvenirshop geworden en de kaasboer heeft het opgegeven. De binnenstad lijdt onder de groeiende drukte. Dat schrijft logistiek adviseur, lector Urban Technology aan de HvA en binnenstadbewoner Walther Ploos van Amstel.
Walther Ploos van Amstel
De binnenstad is veel drukker geworden, met meer hotelkamers, meer dagjesmensen en meer Amsterdammers. Steeds meer mensen klagen over die drukte. Zit die drukte tussen de oren of is er écht een probleem?
Zolang we niet weten wat drukte is, wie haar veroorzaakt en wat drukte betekent voor bewoners en ondernemers, is er niets aan te doen. In augustus ving ik een gesprek op bij de groenteboer. Een toerist vroeg bij het maken van foto’s voor de derde keer: ‘What is this?’ Het antwoord van de groenteboer was kort en krachtig: ‘This is for sale!’ Hij was de vele kijkers, en vooral niet-kopers, beu.
Langs mijn voordeur komen elke dag 2500 gemotoriseerde voertuigen, 25.000 fietsers en 250.000 voetgangers. Ik geniet ervan. Drukte wordt pas overlast als het je persoonlijk raakt. Wakker worden met de zoete geur van cannabis in de gang. Uit bed gebeld worden door aangeschoten Italiaantjes die hun sleutel kwijt zijn. Agressieve dealers en vuilnis op straat. De Wallen zijn zaterdagnacht één groot openlucht ‘Jantjes verjaardag’.
De binnenstad lijdt eronder. In de winter en doordeweeks staan de vele hotelappartementjes leeg. Er is niemand om een pakje van de postbode aan te nemen. Mijn sigarenwinkeltje is nu de zoveelste souvenirshop. De kaasboer heeft het opgegeven. De helft van de nieuwe horeca en winkels stopt al na een jaar. De buurvrouw vlucht in de weekenden naar haar volkstuintje. Ons buurtje is steeds minder ons buurtje.
Balans
Hoeveel meer kunnen we nog absorberen? Amsterdam Marketing organiseerde in juni een Balansdag over het verminderen van de druk op het centrum. Maar hoe bereik je balans als je niet weet wat bewoners betekenen voor de binnenstad? Voorvechters van meer drukte schermen met de tienduizenden banen die die oplevert. De miljarden vliegen je om de oren. De economie die overblijft als steeds meer bewoners plaatsmaken voor hotelkamers, is magertjes. Het zijn deeltijdbaantjes, met minimumloon en zonder carrièreperspectief voor jongeren. Sociale premies en toeristenbelasting worden massaal ontdoken. Ze wonen Amsterdam uit.
De gemeente weet wat de 80.000 centrumbewoners verdienen: 2,5 tot 3 miljard euro per jaar. Daarvan geven ze zeker één miljard in de stad uit voor hun natje en droogje en het onderhoud van hun huis. Daarmee doen ze niet onder voor de toeristen. Dat besteden die bewoners ook nog eens 365 dagen per jaar bij vertrouwde buurtondernemers. Onderzoek is nodig naar de waarde van bewoners voor de binnenstad. Anders tellen ze niet mee en winnen de druktemakers.
Drukte zijn we zelf
Stadsdeelvoorzitter Boudewijn Oranje praat over de perceptie van de bewoners alsof de
Boudewijn Oranje (D66)
drukte allemaal wel meevalt. Ook ik twijfel wel eens. Drukte komt vooral van Amsterdammers zelf die genieten van de binnenstad, de terrasjes en de grachten. Bijna alle wildplassers die worden bekeurd, zijn Amsterdammers. Die drukte zijn we vaak zelf.
De grenzen van wat de binnenstad kan absorberen, zijn bereikt. In 2015 is een stevig gesprek nodig over wat de binnenstad leefbaar, economisch vitaal en gezond maakt. In januari presenteren de Amsterdamse binnenstadsondernemers de Amsterdam City Index over de economie van de binnenstad. Waar blijft de Amsterdam Geluksindex van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad?
Bron: Parool >>
(Door: Walther Ploos van Amstel)